Het ketogeen dieet ontleent zijn naam aan de staat van ketose waarin het lichaam zal raken door dit dieet. Maar wat is ketose precies en hoe is het mogelijk dat dit dieet, ondanks de grote hoeveel vet die je moet eten, zo goed werkt? We zullen ingaan op deze vragen en uiteenzetten wat het ketogeen dieet is en wat het met ons lichaam doet.

Hoe ziet het ketogeen eruit?

Laten we maar beginnen met wat het ketogeen dieet zo doet opvallen; bij een ketogeen dieet bestaat je voeding voor ongeveer 75% uit vetten. De overige 25% bestaan voor 20% uit eiwitten en ongeveer 5% koolhydraten. Het belangrijkste bij het ketogeen dieet is dat de hoeveelheid koolhydraten tot een absoluut minimum worden beperkt. Hierin ligt namelijk de kracht van het ketogeen dieet.

De eerste gedachte die bij je opkomt is misschien dat het ketogeen dieet wel erg ongezond moet zijn met zo’n groot aandeel aan vetten, wat helemaal niet zo’n rare gedachte is. Het is bij het ketogeen dieet zeker niet de bedoeling op je vol te stoppen met ongezond en vet voedsel en dat je naar de snackbar kan gaan om daar lekker te gaan eten waar je zin in hebt.

Voor onze gezondheid is het belangrijk dat er een balans is tussen onverzadigde en verzadigde vetzuren. Omdat in veel voedingsmiddelen verzadigde vetzuren zitten zal het accent daarom gelegd moeten worden op de gezonde onverzadigde vetzuren. Deze zitten in voedingsmiddelen zoals vette vis, avocado, lijnzaadolie en olijfolie. Ook verzadigde vetzuren hebben niet allemaal hetzelfde effect op de gezondheid. Daarom kan er wel gebruik worden gemaakt van kokosvet en roomboter die rijk zijn aan verzadigde vetzuren. Het is wel goed om tegenover dergelijke bronnen van verzadigde vetzuren bronnen van onverzadigde vetzuren te hebben.

Hoe kan het dat je afvalt door het eten van vet?

Het doel van het ketogeen dieet is natuurlijk dat je ervan afvalt. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van hormonale effecten. Door het eten van vetten worden hormonen aangemaakt die je hersenen vertellen wanneer je genoeg hebt gegeten. Zonder dat je calorieën hoeft te tellen eet je automatisch nooit teveel. Dit in tegenstelling tot diëten die rijk zijn aan koolhydraten. Indien je koolhydraten eet dan heb je juist het tegenovergestelde effect; koolhydraten hebben een hoge dooreet factor. Zeker in het geval dat de koolhydraten afkomstig zijn van toevoegde suikers en geraffineerde koolhydraten. De hersenen gaan dan stofjes aanmaken die ons juist aanmoedigen meer te eten.

Normaal gesproken maakt ons lichaam gebruik van koolhydraten als voorkeursbrandstof. Dit is dan ook de reden waarom koolhydraten als hoofdbestanddeel in onze maaltijden terug te vinden is. Denk maar aan de boterhammen bij het ontbijt en de lunch en de aardappelen, rijst of pasta bij het avondeten. Zodra we koolhydraten hebben gegeten worden deze afgebroken tot glucose. Deze glucose wordt door de dunne darm opgenomen en aan de bloedbaan afgegeven. De glucose doet onze bloedsuikerspiegel stijgen en de glucose verspreid zich door ons lichaam. De lichaamscellen nemen de glucose op uit het bloed waar het als brandstof dient. Om de glucose op te kunnen nemen is insuline nodig. Insuline is een hormoon wat de cellen als het ware open zet zodat de glucose de cellen in kan. Het hormoon insuline heeft echter ook nadelige eigenschappen, het zorgt er namelijk voor dat het lichaam vet wil vasthouden en nieuw vet wil gaan opslaan. Willen we succesvol afvallen dan is de sleutel dan ook om de insulinewaarden zo laag mogelijk te houden. Alleen dan kan het lichaam het overtollige lichaamsvet vrijmaken voor verbranding.

Het vet wat in ons lichaam is opgeslagen dient als lange termijn opslag van energie. Het is bedoelt als brandstof in tijden van schaarste. Omdat we dagelijks koolhydraten eten draait ons lichaam eigenlijk altijd op de verbranding van glucose. Het lichaam heeft hier een voorkeur voor, glucose is een vorm van energie die direct beschikbaar is zonder dat het veel energie kost om er energie uit te kunnen halen. Willen we afvallen dan zullen we dat moeten doen door vet te verbranden en het lichaam moet daarvoor omschakelen van suikerverbranding naar vetverbranding. Bij het verbranden van vet komen deeltjes vrij die ketonen worden genoemd. Deze ketonen zijn de brandstof voor onze spieren en hersenen.

Deze ketonen zijn te meten waardoor we kunnen controleren of we het dieet goed volgen en al in de vetverbrandingstand terecht gekomen zijn. Deze ketonen zijn te meten met strips in onze urine.

Keto griep

De eerste dagen van het ketogeen dieet ervaren de meeste mensen als erg zwaar. Dit komt omdat de koolhydraatvoorraden na een dag uitgeput zullen raken en het lichaam gedwongen wordt om te schakelen naar vetverbranding. Het lichaam is echter niet gewend om vet te verbranden en het lichaam zal dan ook de nodige weerstand geven om de omschakeling te maken. Je kunt je daardoor de eerste dagen grieperig voelen. Dit gevoel gaat aan het einde van de eerste week vanzelf weer weg zodra je lichaam is overgeschakeld, meestal is dit rond dag 4. Het kan echter nog wel twee weken duren voordat je volledig gewend bent aan de vetten in plaats van de koolhydraten. Dit vertaald zich dan met name in vermoeidheid en ook hoofdpijn is iets waar sommige last van kunnen hebben. Om de effecten van de omschakeling naar vetverbranding zoveel mogelijk te beperken is het belangrijk dat je extra natrium eet. Omdat de koolhydraat (glycogeen) voorraden uitgeput raken ga je meer vocht afdrijven. Glycogeen heeft namelijk de eigenschap om vocht vast te houden. Met het afdrijven van vocht zal er echter ook natrium (zout) verloren gaan. Het is belangrijk dat dit goed aangevuld wordt. Naast natrium is het belangrijk dat je extra kalium en magnesium eet. Deze mineralen zitten in groenten. Richt je op groenten die weinig koolhydraten bevatten zoals groene bladgroenten en vermijd groenten die onder grond groeien zoals bietjes, wortel en aardappel, deze bevatten juist veel koolhydraten.

Geef een reactie