Gevoelens

Deze week gaan we het hebben over gevoelens. Je hebt altijd wel een gevoel, je bent bijvoorbeeld blij, verdrietig of boos. De informatie deze week is kort maar krachtig. Ik beschrijf verschillende soorten gevoelens en opdrachten die je samen met je zoon of dochter kunt doen. Gevoelens beïnvloeden uiteindelijk ons gedrag. Daarom is het belangrijk om onze negatieve gedachten onder controle te krijgen en ze te veranderen in positieve gedachten. In dit artikel leg ik je uit hoe je dit allemaal kunt doen.

Welke gevoelens zijn er?

Er zijn verschillende soorten gevoelens. Vraag aan je kind welke gevoelens hij/zij kent. Je kind zal waarschijnlijk boos, blij, verdrietig en bang zeggen. Geef je kind een rood, geel, groen en blauw papiertje. Laat jouw zoon of dochter uitvogelen hoe je op het gele blaadje door middel van een smiley laat zien dat je bang bent. Of begin gemakkelijker met het groene blaadje, laat jouw kind hierop een smiley maken dat blij is. Hierna tekent hij/zij op het rode blaadje een boze smiley en op het blauwe papiertje een verdrietige smiley.

Gevoelens bespreken

Ook dit onderdeel zal je samen met je zoon of dochter uit moeten voeren. Neem met je zoon of dochter de dag door. Hoe waren zijn of haar gevoelens over de dag verspreid. Je start met het opstaan en eindigt met het moment waarop je nu samen over de gevoelens aan het praten bent (nu dus).
Ik zal een voorbeeld geven: Dit voorbeeld is gemaakt door een meisje van 11 jaar:
Toen ik opstond vanmorgen voelde ik mij blij, want ik mocht naar school.
Op school voelde ik mij gefrustreerd, want mijn lerares wilde niet naar mij luisteren toen ik een vraag had. Na deze les had ik gymmen, dat vind ik wel erg leuk dus voelde ik mij weer blij.
Op de weg naar huis was ik even bang, ik schrok heel erg want er was een botsing gebeurd.
Nu ben ik thuis en heb ik gegeten. Ik was blij want we aten spaghetti en dat vind ik heel erg lekker.
Na het eten ben ik naar een vriendinnetje gegaan die ziek was dus toen was ik wel even een beetje sip, want ik vind het niet leuk dat zij ziek is.
Toen kwam ik thuis en moest ik van papa en mama gelijk naar bed. Dat vond ik niet leuk dus was ik wel een beetje boos.

Gedachten bepalen gevoelens

Zoals de titel al beschrijft bepalen gedachten (dus wat je denkt) hoe jij je uiteindelijk voelt. En je gevoelens bepalen uiteindelijk wat je doet. Ik heb nog een andere opdracht waardoor ik het wat duidelijker kan maken voor je zoon of dochter. Laat jouw kind een ballon opblazen. Zeg vervolgens dat je kind de ballon op een stoel moet leggen en op de ballon moet gaan zitten. Wanneer je kind denkt: O nee dadelijk klapt de ballon en doet het pijn. Deze gedachten bepalen de gevoelens van je kind, je kind zal bang zijn om op de ballon te gaan zitten. En uiteindelijk bepalen de gevoelens wat hij/zij doet. Wanneer je kind bang is zal het voorzichtig erop gaan zitten en niet met het gehele gewicht. Wanneer je kind het helemaal niet eng vindt zal het gemakkelijk op de ballon gaan zitten. Zo zie je dat gedachten, gevoelens beïnvloeden en gevoelens, reacties/ handelingen beïnvloeden.

Groene en rode gedachten

Rode gedachten zijn slechte gedachten. Deze gedachten moeten jullie samen zien te vervormen naar groene gedachten. Een rode gedachte kan bijvoorbeeld zijn dat het buiten regent en er is voetbaltraining. Normaal heb je heel veel zin in de training maar nu het regent heb je echt geen zin om erheen te gaan. Je kunt ook denken, ik ga ondanks de regen lekker sporten zodat ik goed heb bewogen vandaag. Groene gedachten zijn goede gedachten. Deze gedachten moet je zeker behouden, want ze zorgen ervoor dat je dichterbij je doel komt. Wanneer jouw zoon of dochter gewoon gaat sporten ondanks het weer en zich niet laat beïnvloeden door de negatieve gedachten zal het sneller zijn/haar doel bereiken.

Nu heb ik een voorbeeld gegeven met slecht weer, maar het kan natuurlijk ook dat jouw zoon of dochter op een verjaardag is en een lieve oom of tante vraagt of hij/zij een stukje taart wilt. De rode gedachten is dan dat zo’n stukje taart wel erg lekker is. De groene gedachten is dan dat zo’n stukje taart niet goed voor je is, omdat het je niet dichterbij je doel brengt. Namelijk gewicht verliezen.

Ik hoop dat de informatie over de ”Gevoelens” deze week duidelijk was en jullie ermee aan de slag kunnen. Heel veel succes. Laat gerust een reactie achter.

Geef een reactie